Financiële instellingen hebben voornamelijk activa op de balans die in waarde dalen bij het verergeren van klimaat-, biodiversiteits- en watercrises. Dat vormt een concentratierisico. Natuurpositieve activa — zoals regeneratieve landbouw, landschapsherstel en natuurlijke infrastructuur — bieden juist dan bescherming. Ze functioneren als een natuurlijke hedge:
Volgens de ECB is >70% van de economie afhankelijk van ecosysteemdiensten. Frank Elderson waarschuwt dat biodiversiteitsverlies geen nevenzaak is, maar een materieel financieel risico. Verwacht wordt dat toezichthouders kapitaaleisen verhogen voor activa zonder natuurweerbaarheid. Of zoals Eoin Murray (CIO Federated Hermes) het zegt: “Nature is a hedge — one of the only truly regenerative assets we have. If financial portfolios don’t include it, they’re exposed — structurally.” Kunnen financiële instellingen écht duurzaam levensvatbaar blijven als ze niet aanzienlijk investeren in natuurpositieve activa? Deze post maakt deel uit van de serie “Wat als…” van Regenesis — waarin we verkennen hoe natuur, economie en financiering anders samen kunnen werken. Geen toekomstmuziek, maar scenario’s die vandaag al vorm krijgen. | ![]() |